DROMEN

Gert-Jan C. Lokhorst

1989

G.J.C. Lokhorst. Recensie van J. A. Hobson, The dreaming brain. NRC Handelsblad, Zaterdags Boekenbijvoegsel, p. 4, October 21, 1989. ISSN 0002-5259.

Vrijwel de gehele geschiedenis door heeft men mystieke betekenissen aan dromen gehecht. Ze zouden boodschappen bevatten waarvoor we niet ontvankelijk zijn als we wakker zijn. Vroeger dacht men dat die boodschappen door goden werden gestuurd, tegenwoordig denken velen dat ze afkomstig zijn uit een onderdrukt, getroubleerd onderbewuste. In zijn boek The dreaming brain rekent de psychiater J. Allan Hobson definitief af met deze occulte interpretaties.

Volgens Hobson hebben dromen een volledig biologische oorsprong. Wanneer we dromen, spelen zich dezelfde soort processen in de hersenen af als wanneer we wakker zijn. Als we in onze droom iets zien, komt dat doordat de gezichtscentra in de hersenen actief zijn, Als we dromen dat we vliegen, zijn de bewegingscentra actief. Dit is allemaal duidelijk te zien wanneer men de elektrische activiteit van de hersenen tijdens de slaap meet.

Het grote verschil tussen dromen en waken is dat de prikkeling van de hersenen tijdens de slaap een andere oorsprong heeft. Als we wakker zijn komen de prikkels van buitenaf, terwijl ze in de hersenen ontstaan als we slapen. Een tweede verschil is dat de activiteit van de hersenen tijdens het dromen niet wordt omgezet in lichaamsbewegingen. Bevelen die anders de spieren bereiken, worden door speciale centra geblokkeerd. Als die blokkades worden uitgeschakeld worden de imaginaire bewegingen uit de droom direct in werkelijke bewegingen omgezet. Een slapende hond maakt dan bijvoorbeeld net zulke bewegingen als wanneer hij een haas achterna zit.

De absurditeit en onsamenhangendheid van dromen is voor Hobson geen probleem: de interne stimulatie van de hersenen tijdens de slaap verloopt kennelijk niet precies hetzelfde als de prikkeling door de buitenwereld in het dagelijks leven.

Tot zover is Hobsons boek nauwelijks controversieel. Het is het beste populaire overzicht van het psychologische en neurofysiologische droomonderzoek in onze eeuw.

Anders wordt het echter wanneer Hobson zijn aandacht richt op de analyse van de inhoud van dromen. Want dromen hebben volgens Hobson geen verborgen betekenissen. Alles ligt open en bloot aan de oppervlakte; dromen zijn volkomen transparant. Hobson droomde bijvoorbeeld lange tijd van vliegtuigen. Fallische symbolen, die op één of andere heimelijke wens van het onderbewuste duiden? Nee, in die tijd reisde Hobson gewoon veel per vliegtuig. En zo gaat het steeds. Dromen blijken steevast te bestaan uit fragmenten uit het dagelijks bestaan die, zoals in een collage, op een ongewone manier aan elkaar zijn geplakt.

Hobson laat zien dat er geen enkele reden is om Freuds droominterpretatie serieus te nemen. Net zoals Hobson baseerde deze zich op theorieën over de werking van de hersenen. Sterker nog, Freuds droomtheorie is een tamelijk rechtstreekse vertaling in psychologische termen van opvattingen over de hersenen uit zijn tijd. Het probleem is echter dat deze opvattingen inmiddels volkomen achterhaald zijn. Daardoor stort het fundament onder Freuds droomduiding helemaal in elkaar. En omdat de psychoanalyse, volgens Freud zelf, staat of valt met de Freudiaanse droominterpretatie, komt deze daarmee zèlf volstrekt op losse schroeven te staan.

Het spreekt vanzelf dat Hobsons kritiek op Freud hem door zijn collega's niet in dank werd afgenomen, Toen hij de eerste schets van zijn theorie in 1977 in het American Journal of Psychiatry afdrukte, riep dat meer kwade ingezonden brieven op dan enig ander artikel ooit had gedaan. Niettemin lijkt Hobson het pleit te hebben gewonnen. De jubelende flapteksten van grootheden als Francis Crick en Edward Wilson liegen er althans niet om.

Hobson slaagt er echter niet in om hèt raadsel van het slaaponderzoek op te lossen: waar is slapen in vredesnaam goed voor? Vroeger dacht men dat de hersenen tijdens de slaap in rust waren, maar dat is niet zo. De hersenen zijn net zo actief als overdag. Ze gebruiken evenveel energie--net zoveel als een lampje in de koelkast. De activiteit verloopt langs andere banen, zoals onze dromen bewijzen, maar waarom? Ons lichaam rust net zo goed als we een paar uurtjes gaan liggen lezen. Toch voelt iedereen zich verkwikt na een goede nachtrust, en leidt langdurige slaapdeprivatie tot de dood. Hier ligt het grootste mysterie van de slaap. En geen onderzoeker heeft er ooit een zinnige uitspraak over kunnen doen.


Previous | Up | Next

gjclokhorst@gmail.com || July 17, 2015 || HTML 4.01 Strict