Footnotes

  (1)
Zie: Traité de l'homme (1633, postuum uitgegeven), AT XI 170-171, 179-180, 180-189; La dioptrique (Leiden 1637), discours 5, AT VI 129; La description du corps humain (1648, postuum uitgegeven), AT XI 252; Les passions de l'âme (Amsterdam en Parijs 1649), art. 31-50, AT XI 351-369; de brief aan Meyssonnier van 29 januari 1640 (AT III 19-21); en de brieven aan Mersenne van 1 april, 30 juli en 24 december 1640 en 4 maart en 21 april 1641 (AT III 47-49, 123, 263-265, 319, 361-362). AT verwijst naar Charles Adam et Paul Tannery, OEuvres de Descartes, tweede druk, 13 delen (Parijs 1964-1974). Al deze geschriften, met uitzondering van de Description en de brief van 4 maart 1641, zijn ook te vinden in Ferdinand Alquié, Descartes: OEuvres philosophiques, 3 delen (Parijs 1963-1973).
  (2)
Galenus, De usu partium VIII 14, Kühn III 674-683. ("Kühn" verwijst naar C.G. Kühn, Claudii Galeni opera omnia, 20 delen, Leipzig 1821-1833.) Engelse vertaling met commentaar in Margaret Tallmadge May, Galen: On the usefulness of the parts of the body (Ithaca, N.Y., 1968), deel 1, blz. 418-423.
  (3)
Edwin Clarke en Kenneth Dewhurst, Die Funktionen des Gehirns (München 1973), hfdst. 2 en 6.
  (4)
Zie de vier in noot 1 genoemde boeken.
  (5)
Zie bijvoorbeeld de Meditationes de prima philosophia (Parijs 1641), meditatio sexta, AT VII 86, en de Principia philosophiæ (Amsterdam 1644), §189, AT VIII-A 316. (In Franse vertalingen opgenomen in de editie van Alquié, zie noot 1.)
  (6)
Zie de zes in noot 1 genoemde brieven.
  (7)
Zie bijvoorbeeld de brieven van Villiers (AT III 137) en Henry More (AT V 313).
  (8)
Jules Soury, Le système nerveux central (Parijs 1899), deel 1, blz. 373. Soury's opmerking over de Utrechtse hoogleraar IJsbrand van Diemerbroeck (herhaald door Révész, n. 9) is onzinnig. Van Diemerbroeck had het in zijn Anatome corporis humani (Utrecht 1672) niet over tijdgenoten van Descartes die de ziel in het conarium localiseerden, maar over tijdgenoten van hemzelf die dat deden. Van Diemerbroeck was overigens een slecht lezer van Galenus: hij schoof hem precies díe opvatting over de functie van de pijnappelklier in de schoenen die de laatste in zijn De usu partium bestreed (Opera omnia, Utrecht 1685, blz. 353).
  (9)
Béla Révész, Geschichte des Seelenbegriffes und der Seelenlokalisation (Stuttgart 1917), blz. 157.

Previous | Up | Next

gjclokhorst@gmail.com || July 17, 2015 || HTML 4.01 Strict