THE SOCIETY OF MIND

Gert-Jan C. Lokhorst

1987

G.J.C. Lokhorst. Recensie van M. Minsky, The society of mind. NRC Handelsblad, Zaterdags Boekenbijvoegsel, p. 7, July 18, 1987. ISSN 0002-5259.

Het traditionele model van de menselijke geest is het "spinneweb" model: volgens dit model zit de geest in het midden van de hersenen zoals een spin in het midden van haar web. De geest weet wat er in de buitenwereld gebeurt doordat zij goed let op de trillingen in de draden van het web (de stroompjes in de zenuwen); af en toe trekt zij eens aan een draad (laat een stroompje in een zenuw lopen) en zet daarmee bijvoorbeeld een beweging van een ledemaat in gang. Volgens het spinneweb-model denken mensen doordat hun geesten dat doen. Daarom heeft dit model geen verklarende kracht: het is even onbegrijpelijk hoe een geestje in een hoofd kan nadenken, zien en voelen als hoe de eigenaar van dat hoofd dat doet.

Minsky zet hier een ander model tegenover. We hebben niet één geestje, maar tientallen, of zelfs miljoenen. De mens is een gehele maatschappij van geestelijke kabouters ("homunculi"), die met elkaar praten, elkaar taken opdragen, naar elkaar luisteren, samenwerken en concurreren. Ieder van deze kabouters is gespecialiseerd voor een bepaalde taak: de één kan bijvoorbeeld alleen maar dorst hebben, de ander kan zich alleen maar een glas water in herinnering roepen, weer een ander alleen maar glazen water in de omgeving herkennen of er voor zorgen dat de hand een glas vastgrijpt, enzovoort. De samenwerking van deze en vele andere experts zorgt in totaal voor het lessen van dorst door het drinken van een glas water.

Minsky's model heeft een grotere verklarende kracht dan het spinneweb-model. Naarmate we naar lagere niveaus in de organisatie-piramide afdalen ontmoeten we steeds dommere wezens, tot we tenslotte op exemplaren stuiten die zo dom zijn dat ze alleen nog maar "ja" en "nee" kunnen knikken. Hoe lager we komen, des te beter we de wezens op dat niveau kunnen begrijpen, en hoe beter we ze kunnen nabootsen in computer-simulaties. De hoop van de kunstmatige-intelligentie onderzoeker is dan ook gelegen in het opbreken van complexe activiteiten, zoals het herkennen van een glas water, in de activiteiten van vele eenvoudige systemen, die stuk voor stuk kunnen worden nagebouwd.

Het boek van Minsky (een toonaangevend kunstmatige-intelligentie onderzoeker) legt deze methode op de allersimpelst denkbare wijze uit, aan de hand van vele voorbeelden uit het spel van kinderen, tekeningen, grappen en citaten. Het boek, dat schitterend is uitgevoerd, is een weerspiegeling van de leer die het verkondigt: het is in totaal een complex geheel, maar het is opgebouwd uit bijna 300 hoofdstukken van één pagina die ieder voor zich zó eenvoudig zijn dat ze (volgens Minsky zelf) vaak uitsluitend gemeenplaatsen lijken te bevatten.


Previous | Up | Next

gjclokhorst@gmail.com || July 17, 2015 || HTML 4.01 Strict